Het financieel plan


Het financieel plan toegelicht

verstrengd wettelijk kader als gevolg van de hervorming van het vennootschapsrecht

Inhoudsopgave

Waarom een financieel plan opstellen?. 1

Minimuminhoud. 2

Een gedetailleerde beschrijving van de geplande activiteit 2

Een overzicht van alle financieringsbronnen bij de oprichting. 2

Een openingsbalans en de (geprojecteerde) balansen na twaalf en vierentwintig maanden. 3

Een geprojecteerde resultatenrekening eveneens na twaalf en vierentwintig maanden. 3

Een begroting van de verwachte inkomsten en uitgaven voor een periode van minstens twee jaar na de oprichting. 3

Een beschrijving van de aangenomen hypotheses om te komen tot de verwachte omzet en de verwachte rentabiliteit 3

In voorkomend geval, de naam van de externe deskundige die bijstand heeft verleend bij de opmaak van het financieel plan. 4

Besluit 4

Indien u overgaat tot de oprichting van een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (Besloten Vennootschap [BV], Naamloze Vennootschap [NV] of Coöperatieve Vennootschap[1] [CV]), dus ook een apotheekvennootschap of verbandhoudende holding, bent u als oprichter verplicht om een financieel plan op te stellen[2]. Dit financieel plan moet worden overhandigd aan de notaris die de oprichtingsakte van uw apotheekvennootschap zal verlijden. De notaris zal het financieel plan enkel bewaren, meer niet.

De verplichting om een financieel plan op te stellen is niet nieuw. Sinds de hervorming van het vennootschapsrecht, die in werking is getreden op 1 mei 2019, zijn de voorwaarden waaraan een financieel plan moet voldoen echter aanzienlijk verstrengd. Voor vele starters is de opmaak van een financieel plan verre van evident. Wij zetten hieronder uiteen wat de minimumvereisten zijn onder het nieuwe vennootschapsrecht voor een BV[3], de opvolger van de vroegere BVBA.

Waarom een financieel plan opstellen?

Het financieel plan heeft onder andere tot doel om u als ondernemer op voorhand goed te laten nadenken over de financiële haalbaarheid van uw project.

In de BV is het sinds 1 mei 2019 niet langer verplicht om het traditioneel gekende minimumkapitaal te voorzien bij de oprichting. In de plaats daarvan moeten oprichters voortaan voorzien in een “toereikend aanvangsvermogen” om de geplande activiteit te verwezenlijken. Om de maatschappij zoveel mogelijk waarborgen te bieden op een voldoende sterke vennootschap bevat het Wetboek voor Vennootschappen en Verenigingen (WVV) voortaan dus een minimuminhoud voor dit financieel plan[4]. Deze verstrengde voorwaarden zijn een eerste compenserende maatregel voor de afschaffing van het kapitaalbegrip in de BV[5]. Een andere maatregel is bijvoorbeeld de ingevoerde balans- en liquiditeitstest bij dividenduitkeringen.

Een financieel plan moet voor minstens twee jaar worden opgesteld. Praktisch gezien wordt echter vaak voor drie jaar gekozen zodat dit gelijklopend is aan de duur van de oprichtersaansprakelijkheid[6]. Aangezien de oprichters in een ‘toereikend aanvangsvermogen’ moeten voorzien kan de rechter zich beroepen op het financieel plan als de vennootschap binnen 3 jaar na haar oprichting failliet gaat. De rechter beoordeelt dan of het aanvangsvermogen op het moment van de oprichting al dan niet kennelijk ontoereikend was voor een normale uitoefening van de voorgenomen activiteit over een periode van minstens twee jaar na oprichting.

Kortom, u zal er als oprichter op toezien dat voldoende middelen ter beschikking komen aan uw vennootschap om een normale bedrijfsuitvoering gedurende ten minste twee jaren mogelijk maken.

Minimuminhoud

Het financieel plan dient minstens volgende elementen te bevatten:

Een gedetailleerde beschrijving van de geplande activiteit

Dit deel bevat een nauwkeurige beschrijving van welke activiteiten uw vennootschap wenst uit te voeren. U dient bovendien ook zeker onderstaande gegevens te vermelden:

  • de maatschappelijke benaming van uw vennootschap
  • de rechtsvorm
  • de maatschappelijke zetel en eventuele exploitatiezetels
  • de identiteit van de oprichter(s)
  • het voorwerp
  • het permanent eigen vermogen
  • de gegevens m.b.t. het eerste boekjaar (aanvangs- en afsluitdatum) en de gegevens m.b.t. volgende boekjaren
  • de identiteit van de bestuurders (voorheen zaakvoerders)
  • indien er bij de oprichting een inbreng in natura is, moeten de conclusies van het revisoraal verslag ook worden toegevoegd
  • De jaarrekening (balans, resultatenrekening en resultaatverweking) mag volgens een andere periodiciteit dan 12 en 24 maanden opgesteld worden op voorwaarde dat de projecties in totaal betrekking hebben op een periode van minstens 2 jaar na de oprichting.
  • Voor het opstellen van de resultatenrekening gaat u in hoofdzaak een inschatting maken over volgende zaken:
  • Bedrijfsopbrengsten (courante omzet, andere opbrengsten zoals bv. subsidies)
  • Bedrijfskosten (aankopen handelsgoederen, diensten en diverse goederen, bezoldigingen en sociale lasten, afschrijvingen, waardeverminderingen en overige bedrijfskosten)
  • Financiële resultaten
  • Belastingen

Een overzicht van alle financieringsbronnen bij de oprichting

In het financieel plan moet worden weergegeven op welke wijze uw activiteit zal worden gefinancierd vanaf de oprichting. Zal dit gebeuren onder de vorm van eigen inbreng van de oprichters (inbreng in geld of natura), leningen (bijvoorbeeld een achtergestelde lening met duidelijke vermelding van het contract, de looptijd en de rente), voorschotten van de aandeelhouders, allerhande kredieten … ?

Een duidelijk onderscheid maken tussen de verschillende bronnen is aangewezen. Als er hierbij waarborgen worden verstrekt moeten deze ook worden vermeld. Verder licht u in voorkomend geval ook toe welke dividendpolitiek in de eerste boekjaren zal worden gevolgd.

Een openingsbalans en de (geprojecteerde) balansen na twaalf en vierentwintig maanden.

Een balans verduidelijkt in essentie welke activa ingezet worden voor uw gepland project en welke eigen en/of vreemde middelen hiervoor worden aangewend.

Een geprojecteerde resultatenrekening eveneens na twaalf en vierentwintig maanden.

De resultatenrekening dient minstens de resultaten te bevatten voor twaalf en vierentwintig maanden. Uiteraard mag u bij het opstellen van de resultatenrekening meer detailleren dan wettelijk verplicht is en irrelevante rubrieken weglaten.

Een begroting van de verwachte inkomsten en uitgaven voor een periode van minstens twee jaar na de oprichting.

Het betreft hier een kasstromentabel. Deze moet toelaten om grondig te berekenen of de vennootschap bij oprichting over een toereikend aanvangsvermogen beschikt. Door deze begroting op te maken wordt inzicht verkregen in de cashmatige inkomsten en uitgaven van de op te richten vennootschap. De evolutie van toekomstige cashflows duidt aan in welke mate schulden terugbetaald kunnen worden en in welke mate liquide middelen beschikbaar zijn voor eventuele toekomstige investeringen.

Een beschrijving van de aangenomen hypotheses om te komen tot de verwachte omzet en de verwachte rentabiliteit

Oprichters moeten in hun financieel plan uitleggen op basis van welke informatie ze zijn gekomen tot het ramen van de verwachte omzet. De geraamde omzet moet immers een weergave zijn van een te realiseren haalbare activiteit (rekening houdend met de concurrentie, de ligging etc.) tegen een haalbare prijszetting (bv. de gangbare marktprijs). Dit kan gebaseerd zijn op marktstudies en gepaste prospectie. In dit deel kan u ook de locatie waar u uw activiteit wenst uit te voeren aangeven evenals het organisatiemodel en de voorgenomen groei.

U zal verder ook moeten uiteenzetten welke redenering u heeft gevolgd om te komen tot de kosten (vaste en variabele rekening houdend met de bijzonderheden van de onderneming) die aan een bepaalde omzet zijn verbonden. U geeft dus m.a.w. weer op welke hypothesen de te verwachten rentabiliteit is gebaseerd.

  • Investeringsbudget
  • Het investeringsbudget geeft in de vorm van een cijfermatige tabel een overzicht van de door de onderneming geplande investeringen. Het betreft investeringen in immateriële vaste activa zoals goodwill, materiële vaste activa zoals inrichting of financiële vaste activa zoals een participatie in een andere onderneming. De afschrijvingen, indien van toepassing, dienen volgens de vastgestelde waarderingsregels te gebeuren.
  • Financieringsbudget
  • Exploitatiebudget

In het financieringsbudget wordt via een cijfermatige tabel weergegeven hoe de onderneming de geplande investeringen zal financieren. Zal er een beroep worden gedaan op eigen vermogen via inbreng, reservering van de behaalde resultaten of wordt er een beroep gedaan op externe bronnen zoals een banklening?

Omvat een gedetailleerd overzicht inzake de omzet, aankopen en voorraad, diensten en diverse goederen, bezoldigingen en sociale lasten, afschrijvingen en waardeverminderingen, andere bedrijfskosten en belastingen op het resultaat over de looptijd van het financieel plan. Er dient rekening gehouden te worden met de betalingstermijnen van de klanten en de leveranciers.

In voorkomend geval, de naam van de externe deskundige die bijstand heeft verleend bij de opmaak van het financieel plan.

Wanneer u zich laat bijstaan door een externe deskundige (bijvoorbeeld uw accountant) voor de opmaak van het financieel plan moeten diens gegevens worden vermeld in het financieel plan. Dit dient u ruim te interpreteren: o.a. bij opstellen, nakijken en/of informatieverstrekking in verband met het financieel plan.

Besluit

Een financieel plan opstellen is niet alleen een wettelijke verplichting, maar ook een goed idee als u wenst over te gaan tot de oprichting van een eigen vennootschap. Een dergelijk plan verschaft u belangrijke toekomstinformatie in verband met de financiële haalbaarheid van uw project. Bovendien kan u uw ideeën nog gemakkelijk bijsturen als u tegenvallende resultaten verwacht zolang het financieel plan nog niet werd overhandigd aan de notaris.

Voor vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid zal u aanzienlijk meer informatie moeten meegeven in het financieel plan dan vroeger wettelijk verplicht was.

Zoals hiervoor aangehaald zijn de voornaamste nieuwigheden het overzicht van alle financieringsbronnen, de openingsbalans, de begroting van de inkomsten en uitgaven voor een periode van minstens twee jaar na de oprichting en in voorkomend geval de naam van de externe deskundige die u bijstand heeft verleend in verband met het financieel plan.

De nadruk ligt nu meer dan ooit op feitelijke kasstromen. Het financieel plan geeft aan dat uw vennootschap over de nodige beschikbare middelen beschikt om haar vooropgestelde activiteit te kunnen uitvoeren. Waarschijnlijk zal u zich laten bijstaan door uw accountant voor de opmaak van dit financieel plan vanwege de toegenomen complexiteit en natuurlijk de verhoogde aansprakelijkheid.

Wij hebben gepoogd om deze wat complexe materie op een overzichtelijke manier weer te geven. Het speekt voor zich dat u steeds bij ons terecht kan met vragen of deskundige bijstand.

Het Accountancy Kava-team

[1] Het oprichten van een CV is sinds 1 mei 2019 enkel nog voorbehouden voor vennootschappen met een coöperatief gedachtegoed.

[2] Art. 5:4, §2, artikel 6:5, §2 en artikel 7:3, §2 Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV)

[3] Voor de NV en de CV zijn dezelfde wettelijke minimumvereisten inzake het financieel plan van toepassing als voor de BV.

[4] Art. 5:4 §2 WVV

[5] Let wel: in de NV geldt er nog steeds een minimumkapitaal. Hier heeft de wetgever er uitdrukkelijk voor gekozen om dezelfde verstrengde voorwaarden als in de BV aan de oprichters op te leggen voor het financieel plan.

[6] Art. 5: 16, 2° WVV

Isabel

Isabel

Dossiermedewerker

Heb je nog vragen hierover? Neem dan zeker contact op met onze klantbeheerders. Let's talk!

Maak gerust een afspraak

Schrijf je ook in voor onze nieuwsbrief.

Op regelmatige tijdstippen publiceert Accountancy Kava een korte nieuwsbrief met actualiteiten, algemene interessante weetjes voor de apotheker of de medische- en paramedische beroepen in het algemeen.

Even geduld aub...

Oeps!

Er ging iets mis bij het verzenden. Probeer je even opnieuw?

Welkom!

Binnenkort krijg je onze nieuwsbrief in je bus.